
Wil
In 2015 vertelt voormalig hulpagent Wilfried Wils zijn achterkleinzoon over de tweede wereldoorlog. Nog steeds lijdt hij onder de gebeurtenissen van toen. Zijn vriend Lode vroeg Wilfried om hulp wanneer hij een jood hielp onderduiken. Tegelijkertijd was Wilfrieds mentor een collaborateur die hem betrok in zijn acties. En hij wou dichter worden, maar zijn liefde voor Yvette, Lode’s zus, stond zijn dichterschap in de weg. Heel Wilfrieds verhaal is een spreidstand tussen verzet en bezetting, tussen de liefde en de poëzie, tussen heden en verleden. En niet alles is zo zwart-wit als het lijkt...
Deze rauwe en magistrale oorlogsroman over een belangrijk stuk Antwerpse stadsgeschiedenis werd terecht zeer goed ontvangen door de kritieken.
Lees een stukje
In mijn poëziealbum uit die oorlogsperiode schreef ik gedichten, pende ik wat wraakfantasieën, hield ik mijn gewichtheffen en lichamelijke exercities bij of noteerde ik wat grappen die ik dan vanbuiten leerde om mijn collega’s ermee te amuseren. Soms, niet al te veel, vind ik er wat in terug dat verwijst naar de oorlog zelf. Ergens eind oktober 1941 staat er plots ‘Witte Brigade’ in neergeschreven gevolgd door een vraagteken. Ik meen mij te herinneren dat ik toen die omschrijving voor het eerst tegenkwam. Het was de naam van een verzetsbrigade die op dat moment ook in de stad actief zou zijn geweest.
Wat andere lezers vinden
Er zijn nog geen reacties. Wees de eerste om zelf je mening door te geven.