Magnus

Merlijn zit in zak en as. Zijn grote jeugdliefde is er vandoor en het theaterstuk dat hij wil schrijven vlot niet. Hij zinkt weg in passiviteit. Tot hij gebeld wordt door zijn creditkaartenmaatschappij en te horen krijgt dat iemand in Stockholm zijn identiteit misbruikt en er leeft op zijn kosten. In een vlaag van onbezonnenheid besluit hij die persoon op te sporen. Hij reist naar Zweden, geeft er zich uit voor reisjournalist en vindt er Magnus, de man die zijn identiteit stal. Als Merlijn ook zijn dochter Cecilia ontmoet en op haar verliefd wordt, begint het hem stilaan te dagen dat een en ander niet op toeval berust.

Arjen Lubach schreef een gevoelige, spannende roman over liefde en identiteit, over misverstanden, ontgoochelingen en onbegrip. De wat onbeholpen Magnus is een ontwapende en eigentijdse romanheld, die onbezonnen maar ook intelligent tegen het leven aankijkt. Dat hij aan epilepsie lijdt en dus af en toe enkele ogenblikken van de wereld is, past mooi in dit boek dat uiteindelijk vooral over de liefde gaat.