
De man van rook
Engeland, omstreeks 1880. In opdracht van de sinistere doctor Berghast zoeken detectives wereldwijd naar ‘talenten’, kinderen met bijzondere gaven zoals genezen, verwonden of transformeren. Hun eindbestemming is Cairndale, een mysterieus landhuis dat dienst doet als academie. Hun job? Waken over de laatste werkzame poort naar een andere wereld.
Berghast weet wat daarachter op de loer ligt: de drughr, een duistere entiteit die snode plannen smeedt met de hulp van Jacob Marber, een oud-student van Cairndale. Wat dreef hem weg van het instituut, en wat verzwijgt de doctor voor zijn nieuwe leerlingen?
Dit eerste deel van een trilogie serveert geen voorspelbare strijd tussen goed en kwaad, wel een originele cocktail van fantasy en soms best akelige gothic horror waarin verrassend veel ruimte is voor sfeer, spanning, gevoel en personages met diepgang.
Lees een stukje
Ah. De drughr was even stil, alsof ze nadacht. Hoe komt het, Jacob, dat de kleinste, meest weerloze wezentjes, muizen en woelmuizen, de voorkeur geven aan het donker boven het daglicht? Jouw doctor Berghast wenst de wereld te behouden zoals die is, met de machtigen bij hun belangen, en de zachtmoedigen op hun plaats. Maar ik … ik geloof niet dat het zo hoeft te zijn als het is. Weet je waarom duistere talenten duister genoemd worden, Jacob? O, het heeft niets te maken met goed of slecht, met deugdzaamheid of de perversie ervan. Het is omdat ze het mogelijk maken voor de zwakkeren om zich te verbergen, om te leven zoals de sterken.
Wat andere lezers vinden