Toen ik nog baas van de wereld was

Aan de hand van fantasierijke zwart-wittekeningen schetst de auteur een autobiografisch portret van de wonderbaarlijke avonturen van de kleine Constantijn. In zijn wereld, die zich uitstrekt van het park tot aan de huizen achter zijn ouderlijke woning, trekt hij met zijn boezemvriend, Martin, ten strijde tegen woeste draken en skeletten en beleeft hij bloedstollende avonturen in de buik van een monstervis. Het leven van alle dagen door de ogen van een kleine, fantasierijke jongen.

Uiterst knap in beeld gebracht en regelmatig erg vertederend. Bewonderenswaardig hoe de auteur in enkele korte verhalen een treffend beeld schetst van de rijke wereld van een kind.