Ik moet je iets heel jammers vertellen
Het verhaal in dit boek is echt gebeurd. Op zondag 13 december krijgt de auto van Rozemarijn, haar zusje Phebe en haar vader en moeder een ongeluk. Met Rozemarijn gaat het nog best goed. Ze heeft glas in haar gezicht en een gebroken arm. Maar haar zusje heeft een hersenschudding, haar vader moet geopereerd en haar moeder is zwaargewond aan haar hoofd en haar buik. Rozemarijn vertelt hoe het met haar gaat. Over alle bezoek, hoe ze haar vader weer ziet, hoe ze boos op hem is omdat hij de auto deed botsen… Hoewel het heel erg is wat haar overkomt, maakt ze er geen drama van. Maar misschien is het daarom nog droeviger om te lezen. Dit is een boek voor wie graag huilt – maar ook graag glimlacht – bij verhalen.
Lees een stukje
De hele dag heb ik bezoek, ook uit mijn oude straat en van mijn oude school. Dat is wel vreemd: alsof ik overal tegelijk ben. Sommigen komen van ver op de fiets en dan hangt de buitenlucht nog om hen heen, vooral als het regent. Dat proef ik op hun wang. Sommigen zijn verlegen – een beetje bang en blij tegelijk – als ze bij mama of Phebe zijn geweest.
Wat andere lezers vinden
het is zo zielig, ik moet al van het kleine stukje al huilen
het is super leuk en ontroerend. en ik heb het zelf meegemaakt maar anders: mijn papa is heel onverwacht gestorven
Het is een heel ontroerend verhaal, ik heb het uit de bibliotheek gehaald en natuurlijk terug gebracht:-)!!!!!
Ik vind dit een heel mooi boek!!!