Heksenjong

1578, in een dorpje dichtbij Zichem heerst veel bijgeloof: de geest van een soldaat zou er rondzwerven en vrouwen worden beschuldigd van hekserij. Wat verder in de Demervallei staat het leven van Henric plots op zijn kop wanneer hij per ongeluk een soldaat doodt. Samen met zijn vriend Coppen komt hij in het belegerde Zichem terecht. Daar blijft een verleden waarvan ze zich niets herinneren de twee jonge mannen achtervolgen. Waar heeft Coppen geleerd wonden te verzorgen? En waarom blijft Henric dromen over een brandstapel? De heks met wie ze samen in een kerker terechtkomen, blijkt hen op weg te zetten om het mysterie te ontrafelen. Maar dat gebeurt niet zonder slag of stoot!

Dit mag dan een fictief verhaal zijn, het historische kader is écht. Ook in onze streken eindigden onschuldige vrouwen als heks op de brandstapel. En waren honger en verkrachting schering en inslag. Het wisselende perspectief, van twee jongens die op de dool zijn maar ook van een gefolterde 'heks' en een meisje dat beschuldigd wordt van hekserij, brengt de 16de eeuw wel érg dichtbij. Als lezer móet je wel meegaan in de onmacht van het groepje jongeren op zoek naar een thuis en rechtvaardigheid. In een bloedstollende einde komen alle personages samen en vallen de puzzelstukken op hun plaats.